- Schil 1 knolselder en snij in stukjes/blokjes.
- Breng water aan de kook met een groentenbouillonblokje.
- Kook de knolselder een kwartiertje in de bouillon tot die zacht is.
- Laat de selder uitlekken in een zeef (de bouillon kan je gebruiken voor een soep…).
- Pureer de selder in een blender (lang genoeg zodat de mousse heel smeuïg wordt), samen met een klontje boter, peper, zout en nootmuskaat naar smaak.
- Laat de puree afkoelen.
- Klop 1 ei en 2 eierdooiers los, en roer die door de puree (eventueel met wat room).
Een serveertip: warm de mousse op, strooi er gepelde garnalen over, en serveer onmiddellijk.